Støyl en Sæter
Gloppen kent 32 Støylen. Een wandeling naar één of meerdere Støylen is dus heel goed mogelijk.
Maar wat is nu precies een Støyl, en wat is een Sæter of Seter. Of is het eigenlijk allemaal hetzelfde. Het antwoord kan heel kort zijn; Ja, nu zo'n beetje wel, maar vroeger niet.
Een Støyle ( steule ) staat bekend als een groepje hutjes op een wat afgelegen stukje grond. Je vindt ze meestal wat hoger gelegen in de bergen. Wie 'Heidi's opa in de bergen' kent, kan zich een mooi beeld vormen. De hutjes zien er vaak uit als kleine schuurtjes met een bed/bank, een stoel en een kachel. Sommigen staan op instorten terwijl anderen zeer goed zijn onderhouden en gemoderniseerd, en nu gebruikt worden als vakantiehuisje. Over het algemeen staan ze in een wat ruime opzet op een stuk open gras. Maar ook zijn er plekken waar ze netjes op een rijtje zijn geplaatst, met allemaal het uitzicht naar dezelfde kant. Er is een grote diversiteit aan bouwstijlen die veelal te linken is aan de tijd waarin het hutje is neergezet. Een hutje dat bijvoorbeeld net na een oorlog is gebouwd kan een deel dik karton bevatten vanwege het gebrek aan materiaal. Uit de periode daarna zie je meer geschilderde buitenmuren. En let bijvoorbeeld ook eens op de materialen die gebruikt zijn voor de schoorstenen.
In eigenlijk alle gevallen zal er in de buurt van een Støyle ook water te vinden zijn. Heel veel activiteit is er niet. Er kan hier en daar een koe rond lopen of een aantal schapen, maar een grote massa mensen zul je er niet snel tegenkomen.
Er gaat altijd wel een pad naar toe. Soms kun je alleen te voet, soms deels met auto en daarna te voet. Soms een hobbelig karrespoor, soms ook een fraai grevelpad.
Meer wel dan niet vraagt men tegenwoordig tol voor het onderhoud van dit soort privé weggetjes. Dit gebeurt bij de kleine 'bomstations' aan het begin van zo'n weg. Vaak in de vorm van een brievenbus, soms in een klein overdekt hokje, dat vraagt om een paar kronen. Meestal kan dit gewoon contant, in een envelopje waar je dan meteen datum en kenteken op schrijft, maar steeds vaker zie dat men gaat werken met camera's en apps. Een enkele beschikt over een heus betaalapparaat. Pinpas erin en het poortje gaat open.
Eenmaal door het poortje gaat er vaak een wereld van rust voor je open. Een beetje off-road gevoel. Safari in the north. De gevaarlijkste wegen van....?? Nee hoor, dat valt reuze mee en met een gewone auto is het vaak heel goed te doen, maar 'ken' je auto wél. Wij hebben al eens op een weggetje gestaan met ons minibusje, waar het trucje keren op de weg moest worden uitgevoerd, naast een aan de ene kant bijna rechtomhooggaande berg, en aan de andere kant de tegenovergestelde versie. Gelukkig had het ding een heel korte afstand tussen de assen, zodat het busje na tig keer steken de neus weer de andere kant op had, maar het kan je dus gebeuren. Dàt, of in z'n achteruit terug, het hele stuk.
Een stukje geschiedenis.....
Men neme een boer en geve hem koeien. Deze boer zal een boerderij hebben met een stuk grasland. Dat gras kan in de zomer geoogst worden om te gebruiken als voer voor deze koeien in de winter, mits het in de zomer niet allemaal al opgegeten wordt. Daarom stuurt de boer zijn koeien in de zomer de bergen in naar een plek waar de sneeuw gesmolten is en er groen genoeg te happen valt. Eén dingetje echter, de koe moest wel gemolken maar er was daarnaast ook veel werk te doen op de boerderij. Dat vroeg dus om een strategisch plekje. Niet te ver van huis, genoeg groen voor de koe, water in de buurt om te drinken en te wassen. Kortom, een melkplek op loopafstand van de boerderij. 's Avonds melken, dan bleef de 'melker' daar slapen zodat de volgende ochtend meteen weer gemolken kon worden. Daarna ging de melk mee naar de boerderij. Zo'n melk-met-slaapplek heet een Støyl.
Maar kreeg dit hutje nu ook een ruimte waarin de melk alvast verwerkt kon worden tot room en bijvoorbeeld boter en kaas? Dan heette het een Seter. Daar verbleef men dan ook langer.
De indeling van het huisje dat gebouwd werd op deze plekken bestond vaak uit een woongedeelte aan de ene kant, waar geslapen en gekookt kon worden en een gedeelte wat gerelateerd was aan het werk wat er gedaan werd. Zo'n huisje heet een Sel.
In het deel van de Sel waar men kon overnachten was ook vaak een vuurplaats om te koken. Vanwege het brandgevaar werd deze vaak gebouwd tegen de buitenmuur. Misschien daarom, maar dit deel van het huisje heet Utsel. Het deel wat meer werkgerelateerd was heet Innsel of Melkesel, waar de melk dus meteen verwerkt werd.
Ook zijn er Selen waarin gemaaid gras werd opgeslagen voor voer in de winter. Want niet alleen zomerboerderijen lagen hoger in de bergen. Ook een deel van de winter kon het er aangenamer en warmer zijn dan in het dal.
Omdat er steeds vaker een deel van het jaar gewoond werd, kwamen er als vanzelf ook steeds meer hokjes en schuurtjes bij. Zo kon het zijn dat ook de buren van de boer op dezelfde plek een eigen Uthus ( vertaling: buitenhuis ) bouwden.
--Even om de verwarring kompleet te maken...een Uthus ( uuthuus ) is dus een woongelegenheid en geen buitenkakdoos. Zo'n ding wordt een Utedo ( uutedoe ) genoemd.--
Over hoe oud het fenomeen Støyl of Seter nu eigenlijk is, daar is aardig wat over geschreven en er wordt verschillend over gedacht. Waren het de Vikingen die deze plekken gebruikten om vanuit te jagen? Of was het toch de ijzerwinning die de open plekken in het bos creëerde?
Noorwegen, net als elk land met bergen, heeft een aardige hoeveelheid van dit soort plekken. Door de band genomen vind je de meeste Støylen in Vestlandet, Agder en Telemark en Seters in de overige delen van het land. Slechts een klein aantal Melkeseters zijn nog echt in gebruik.
Dit is onze eigen website met de scherpste prijs. Klik hier voor onze accommodaties of stel ons persoonlijk een vraag. Of lees verder met De gletsjer op. , Rondje Nordfjord of ga naar het overzicht van alle artikelen.